Maandag 30 mei 2011

Creative Commons-licenties

Mogelijkheden
Er zijn vier verschillende bouwstenen.
De eerste bouwsteen die in elke licentie terugkomt is de naamsvermelding. Wanneer iemand gebruik maakt van het werk dient deze altijd de naam van de maker te vermelden. Hierdoor kan de maker naamsbekendheid verwerven onder het grotere publiek.

Een tweede bouwsteen is geen afgeleide werken. Deze bouwsteen zegt dat het werk wel verder verspreid mag worden maar het mag niet worden bewerkt zonder toestemming van de maker.

Een derde bouwsteen is dat het werk wel verspreid mag worden maar niet voor commerciële doeleinden. Waar de grens ligt tussen commercieel en niet-commercieel is echter niet verder uitgewerkt en daardoor niet geheel duidelijk. Wel is er een uitwerking in de pilot met Buma/Stemra waar commercieel gebruik wordt gedefinieerd. Hier wordt elk gebruik door een profit organisatie gezien als commercieel. Als aanvulling daarop wordt elk gebruik gericht op het verdienen van geld gezien als commercieel gebruik. Het verdienen van geld is al het geval zodra er een banner op de site staat, ook wanneer deze is om de kosten te dekken. Deze definitie geldt echter alleen voor de pilot en niet voor de andere “normale” licenties. Wel geeft het een soort van handvat.

De vierde bouwsteen is gelijk delen. Deze bouwsteen houdt in dat wanneer het werk wordt gebruikt door een derde deze wordt verplicht om dezelfde licentie aan te houden. Dit geldt ook voor bewerkingen van het werk.

Door deze bouwstenen te combineren zijn er zes verschillende licenties mogelijk.

Valkuilen
Voordat je een Creative Commons-licentie aan een werk kan koppelen is het van groot belang dat je zeker weet dat je ook de auteursrechten hebt. Wanneer je deze niet hebt is het niet mogelijk om de Creative Commons-licentie toe te passen.

Zo geldt voor artiesten dat de auteursrechten meestal zijn overgedragen aan een belangenorganisatie zoals Buma/Stemra.

Een andere mogelijkheid waarbij het auteursrecht niet bij de maker ligt is wanneer het werk in dienst van een werkgever is gemaakt (art. 7 Auteurswet). Dan ligt eigenlijk altijd het auteursrecht bij de werkgever.
Daarnaast is het nog mogelijk dat het auteursrecht is overgedragen aan een uitgeverij. Voor beginnende schrijvers kan dit een belemmering zijn omdat deze juist naamsbekendheid willen, maar er is immers geen Creative Commons-licentie met naamsvermelding mogelijk omdat de schrijver niet in het bezit in van het auteursrecht.

Wanneer zeker is dat je zelf de auteursrechten hebt is het nog van groot belang na te denken over de gevolgen van een Creative Commons-licentie. De licentie wordt namelijk verleend voor de duur van het auteursrecht. Het is dus niet mogelijk om de licentie in te trekken.

Ten slotte is handhaving lastig omdat het internet enorm groot is en het werk dus overal op internet gepubliceerd kan worden. Op grond van het Nederlandse recht behoudt je wel de persoonlijkheidsrechten waardoor je in theorie altijd op kan treden tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid.
Met een creative commons licentie wordt het verspreiden van het werk juist bevorderd wat ook de kans op misbruik vergroot.

Conclusie
Het principe dat alles mag onder bepaalde voorwaarden klinkt in beginsel goed en is zeker voor beginnende artiesten een uitkomst om naamsbekendheid te verwerven. Het is hierbij wel zeer belangrijk om zeker te weten dat je zelf de auteursrechten hebt. Daarnaast moet je voor het verlenen van de licentie goed nadenken over wat dit betekent voor de toekomst.

Bronnen en verwijzingen

Creative commons Nederland.
Veel gestelde vragen over creative commons licenties.
Instituut voor informatierecht.