Maandag 4 augustus 2014

Music sampling en intellectuele eigendomsrechten

De digitale revolutie heeft belangrijke veranderingen in de muziekindustrie teweeggebracht. Een belangrijke ontwikkeling betreft de mogelijkheid om gemakkelijk en zonder grote investering muziek te produceren en distribueren. Met software als Ableton Live, Fruity Loops en Cubase kan iedereen met creatieve belangstelling voor muziek zijn eigen scheppen. Via platforms als Soundcloud, Beatport en Juno Download kan de geschapen muziek vervolgens (al dan niet met een commercieel oogmerk) voor iedereen op het internet toegankelijk worden gemaakt. Heel vaak wordt in het productieproces gebruik gemaakt van sound sampling.

Onder sound sampling wordt verstaan het opnemen, reproduceren en manipuleren van andermans klanken en geluiden door middel van een computer. Vanuit juridisch oogpunt rijst de vraag in hoeverre het samplen van deze klanken zonder toestemming een inbreuk kan opleveren op bestaande intellectuele eigendomsrechten. Het proces van verkrijgen van toestemming voor sound sampling wordt in de industrie als “clearance” aangeduid. Met de volgende twee soorten intellectuele eigendomsrechten zou de sampler rekening moeten houden: auteursrechten en naburige rechten.

Auteursrechten
Het auteursrecht beschermt de maker van een werk tegen openbaarmaking en verveelvoudiging zonder diens toestemming. Een muziekstuk levert een werk in de zin van de Auteurswet op, indien het als een eigen intellectuele schepping van de auteur is aan te merken. Beschermd worden de geestelijke creaties van de maker die zijn persoonlijke stempel dragen. Op bestaande muziekstukken rusten in beginsel de rechten van de auteurs die bij het productieproces betrokken zijn. Op (het samenstel van) de melodie, de harmonie en het ritme rusten de auteursrechten van de componist(en), terwijl de songtekst door de auteursrechten van de tekstschrijvers worden beschermd.

Onder een verveelvoudiging die aan de rechthebbende is voorbehouden wordt krachtens art. 13 Auteurswet (Aw) mede verstaan “iedere gehele of gedeeltelijke bewerking”. Bij soundsampling wordt juist een fragment van een muziekstuk bewerkt en aldus levert dit een in principe verboden openbaarmaking op. De vraag is echter, waar de precieze grenzen van het auteursrecht in deze gevallen liggen. Aangezien hogere rechtspraak m.b.t. sound sampling nog steeds ontbreekt, is dit zeker een ingewikkelde kwestie. De heersende leer hanteert (ook) bij sound sampling als maatstaf, of auteursrechtelijk beschermde trekken zijn overgenomen van het oudere werk. 1Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 162; Koedooder – Popmuziek en auteursrecht, in: Pronk (red.), Klankrechtwijzer (1991), p.129; Hugenholtz en Koedooder – Klankjatten: juridische aspecten van sound sampling, NJB 1987, 1511. Indien dit het geval is, dan wordt de oorspronkelijke auteur beschermd, ongeacht dus of het nieuwe stuk zelf ook als een werk in de zin van de Auteurswet zou kunnen worden aangemerkt.

Wat betekent dit in de praktijk? De uitkomst zal afhankelijk zijn van het overgenomen fragment. Het is zonder belang hoe lang het is – ook 2 seconden of 1 maat kunnen voldoende zijn, indien het fragment de persoonlijke stempel draagt van de maker. Wij nemen als voorbeeld het nummer “We Will Rock You” van Queen. Overname van het gehele refrein zal zonder twijfel een auteursrechtinbreuk opleveren, ongeacht of er bepaalde veranderingen zijn aangebracht. Anderzijds zal er geen sprake van een verveelvoudiging zijn, indien in de overgenomene gedeeltes de creatieve geest van de maker überhaupt niet tot uiting is gekomen. Zo kan bijvoorbeeld niemand bescherming vorderen wegens de overname van een ritme in de maatsoort 4/4 in het tempo 145 bpm, zonder dat nadere elementen van de melodie of de harmonie zijn overgenomen. Op gelijke voet kan de gebruikmaking van de tonencombinatie A-B-E nooit worden verboden.

Verder zijn er bepaalde werken in het publieke domein. Het auteursrecht vervalt namelijk 70 jaar nadat de auteur is overleden. Het is in dit opzicht denkbaar dat de gesamplede fragmenten elementen bevatten die bijvoorbeeld in de klassieke muziek terug te vinden zijn. Zoals blijkt uit een zaak die de DJ Tiësto heeft gewonnen, kunnen deze elementen vrij worden overgenomen – zij vormen immers geen auteursrechtelijk beschermde trekken waarop auteursrechten rusten. 2Rechtbank Breda, 04 mei 2011, AMI 2011, 143.

Het is daarnaast mogelijk dat in het overgenomene fragment zo weinig auteursrechtelijk beschermde elementen terugkomen, dat er geen verband meer kan worden gelegd met het oudere werk. In dit geval is de overname dus onherkenbaar. Afgezien van de vraag, hoe de rechthebbende van het oudere werk deze niet herkenbare overname zal achterhalen, wordt volgens de slotwoorden van art. 13 Aw auteursrechtelijke bescherming aan het oudere werk voor dit geval ontzegd. 3Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 157. Terug op het voorbeeld met Queen. Indien alleen het woord “rock” wordt gesampled en dan door de bewerker de toonhoogte van de stem sterk wordt veranderd en alsnog effecten op een ingrijpende wijze worden toegevoegd, zal het verband van dit fragment met het originele stuk misschien niet meer herkenbaar zijn. Dan is het best mogelijk dat er geen sprake is van een verveelvoudiging.

In principe is in het kader van sound sampling geen van de in de Aw limitatief opgesomde uitzonderingen op het auteursrecht van toepassing. De citaatexceptie (art. 15a Aw) komt niet in aanmerking omdat geen toelaatbaar citaat in het kader van een muziekstuk mogelijk is. Ook de beperking ten aanzien van incidentele bewerkingen van ondergeschikte betekenis (art. 18a Aw) is hier niet van toepassing – daarvoor is vereist dat de verwerking toevallig is geweest, terwijl deze bij sound sampling beoogd en bewust gebeurt. 4Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 292. Bijgevolg is een overname van auteursrechtelijk beschermde stukken ten behoeve van sound sampling zonder toestemming van de rechthebbende niet mogelijk.

Naburige rechten
De gebruiker van samples dient bedacht te zijn op een ander soort van intellectuele eigendomsrechten – de naburige rechten. Deze rechten zijn in de Wet op de naburige rechten (Wnr) geregeld en beogen de prestaties van uitvoerende kunstenaars (zoals zangers en musici) en van fonogrammenproducenten te beschermen. Als fonogrammenproducenten komen degenen in aanmerking, die de opname van een uitvoering of andere geluiden voor de eerste maal vervaardigen (de platenmaatschappijen).

Omdat ook over dit onderwerp onvoldoende rechtspraak gewezen is in Nederland, bestaat er onzekerheid over de rol van de naburige rechten bij sound sampling. In de literatuur wordt voor de bescherming een vergelijkbare eis gesteld als bij het auteursrecht: het moet gaan om een fragment waaruit het originele stuk herkenbaar is, karakteristieke trekken van de betreffende uitvoering moeten herkenbaar zijn overgenomen. 5Hugenholtz en Koedooder – Klankjatten: juridische aspecten van sound sampling, NJB 1987, 1511; Kökbugur – Sound sampling: artistieke creativiteit of maatschappelijk probleem?, AA 1994, 554. Bij de overname van een refrein zal dus hiervan snel sprake zijn, bij overname van slechts enkele woorden kan dit anders uitvallen. Niettemin liegt het voor de hand om aan te nemen dat het auteursrecht een ruimere bescherming biedt dan de naburige rechten en er zal dus sneller sprake zijn van een auteursrechtinbreuk.

Conclusie
De vragen rond sound sampling vormen een uitdaging op het gebied van het intellectuele eigendomsrecht. Er bestaat tot op heden geen hogere rechtspraak op grond waarvan het toepasselijke juridische kader te vernemen is. In aanmerking genomen de grote economische en inmiddels ook maatschappelijke belangen die bij sound sampling betrokken zijn, is duidelijkheid wel welkom.

De rechtswetenschap hanteert als maatstaf voor de vaststelling van een auteursrechtinbreuk de vraag, of auteursrechtelijk beschermde trekken herkenbaar zijn overgenomen. Deze maatstaf dient in beginsel ook voor sound sampling te gelden. Voor de beoordeling van een inbreuk op naburige rechten kan hier een vergelijkbare eis worden gesteld. Niettemin ligt de aanname voor de hand, dat van een auteursrechtelijke inbreuk sneller sprake zal zijn.

Het moet worden geconcludeerd dat de meeste bewerkingen door sound sampling zonder de toestemming van de rechthebbenden inbreuken zullen opleveren op bestaande intellectuele eigendomsrechten. Slechts bij uitzondering zal het overgenomen beschermde element zodanig zijn verwerkt, dat er geen verband meer kan worden gelegd met het oudere werk. Daarom dienen muziekproducenten bijna altijd toestemming te vragen voor het samplen van bestaande stukken, de sample te ‘clearen’ dus. Dat is een kostbare aangelegenheid maar zij is zeker de moeite waard indien men van mening is, dat met het nieuwe stuk waarvoor wordt gesampled een nieuwe hit te verwachten is.

   [ + ]

1. Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 162; Koedooder – Popmuziek en auteursrecht, in: Pronk (red.), Klankrechtwijzer (1991), p.129; Hugenholtz en Koedooder – Klankjatten: juridische aspecten van sound sampling, NJB 1987, 1511.
2. Rechtbank Breda, 04 mei 2011, AMI 2011, 143.
3. Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 157.
4. Spoor / Verkade / Visser – Auteursrecht (2005), p. 292.
5. Hugenholtz en Koedooder – Klankjatten: juridische aspecten van sound sampling, NJB 1987, 1511; Kökbugur – Sound sampling: artistieke creativiteit of maatschappelijk probleem?, AA 1994, 554.