Vrijdag 21 augustus 2015

De rechtspraak van morgen: begrijpelijk, snel, en digitaal!

Bij de kassa je saldo checken via de mobiel bankieren app en digitaal je belastingaangifte doen: de digitaliseringstrend, waarbij steeds meer via de pc, tablet of smartphone mogelijk is, vertoont een stijgende tendens. Ook de rechtspraak in Nederland zal eraan moeten geloven en zich moeten aansluiten bij de digitalisering van de samenleving.

Procedures moeten sneller, eenvoudiger en digitaal, aldus het vernieuwingsprogramma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Raad voor de Rechtspraak. Professor Richard Susskind (Oxford) zei eens: “IT en internet zullen binnen twee decennia voor radicalere veranderingen in het recht zorgen dan dat in de afgelopen twee eeuwen is gebeurd.” Gelet op het eeuwenoude bestaan van de rechtspraak is de digitalisering inderdaad een radicale, maar zeer logische verandering in het recht.Hoe ziet onze rechtspraak er in de toekomst uit? Kan het gebruik van ICT in de rechtspraak zonder complicaties plaatsvinden of zijn de toekomstplannen iets té ambitieus?

Innovatie van de rechtsgang

Het vernieuwingsprogramma richt zich voornamelijk op het civiel recht en het bestuursprocesrecht. Zij omvat twee hoofdtrajecten: vereenvoudiging van het procesrecht, en de implementatie van het digitaal procederen. De Raad voor de Rechtspraak is verantwoordelijk voor de procesinnovatie en het Ministerie van Veiligheid en Justitie zal zorgen voor de benodigde wetgeving. Het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht is in oktober 2014 ingediend bij de Tweede Kamer en is op 26 mei 2015 door de Tweede Kamer met algemene stemmen aangenomen.1Kamerstukken II, 2014/15, 34 059, nr. 2.

Nieuwe basisprocedure

De rechtspraak moet eenvoudiger en doelmatiger, onder andere door digitalisering van procedures. Zoals later zal blijken, is het nu al mogelijk om kleine geschillen online aan de eKantonrechter voor te leggen.2http://www.rechtspraak.nl/Naar-de-rechter/Kantonrechter/eKantonrechter/Pages/default.aspx. De nieuwe, uniforme basisprocedure omvat één procesinleiding waardoor het onderscheid tussen het benodigde procesinleidend stuk voor de huidige dagvaardings- en verzoekschriftprocedure komt te vervallen (art. 78 en art. 261 van het Wetboek van Rechtsvordering, hierna: Rv). In tegenstelling tot het huidige recht kan, indien gewenst, door middel van één ‘procesinleiding’ (voorheen ‘verzoekschrift’ of ‘dagvaarding’), zowel een verzoek als een vordering tegelijkertijd aan de rechter worden voorgelegd. De verplichting tot betekenen bij exploot wordt in vorderingsprocedures opgeheven. De eisende partij kan de ‘verweerder’ (voorheen ‘gedaagde’) voortaan ook informeel, goedkoop en laagdrempelig informeren over de procedure, bijvoorbeeld per e-mail.3Kamerstukken II, 2014/15, 34 059, nr. 3, p.15. Als de verweerder zich vervolgens meldt bij het gerecht (vgl. art. 114 Rv), is duidelijk dat de procesinleiding bij hem of haar is bezorgd. Als de verweerder niet verschijnt en de procesinleiding niet door een deurwaarder is betekend, kan aan de schuldenaar geen verstek worden verleend (vgl. art. 139 Rv). De eiser krijgt dan gelegenheid om de niet verschenen verweerder alsnog bij deurwaardersexploot op te laten roepen. Het oproepen van de wederpartij op langere termijn is, net als onder het huidige recht, nog steeds mogelijk, maar de termijn is voortaan wel beperkt: maximaal op zes maanden.

Een ander belangrijke verandering is dat er één schriftelijke ronde komt voor beide partijen (in principe zonder re- en dupliek), gevolgd door een mondelinge behandeling ‘nieuwe stijl’ en een uitspraak. Het recht op pleidooi wordt geschrapt als afzonderlijke proceshandeling (art. 134 Rv). Wel zal de rechter op de mondelinge behandeling partijen in elk geval gelegenheid moeten geven hun stellingen toe te lichten. Hoewel de basis van het advocatenwerk niet verandert, treft dit voor velen misschien het hart van het vak. Kiest de rechter er niet voor direct mondeling uitspraak te doen, dan krijgt hij zes weken om dit alsnog schriftelijk te doen.

In het huidige procesrecht is het geding (voorwaardelijk) aanhangig vanaf de dag dat de dagvaarding betekend is (art. 125 Rv). In de nieuwe basisprocedure beginnen de termijnen te lopen vanaf het tijdstip van ontvangst van de procesinleiding door de rechter.4Art. 77c Rv nieuw. Er wordt hierbij gedoeld op de server waarop de aangeleverde bestanden worden ontvangen. Irrelevant is of het stuk is gelezen. In dat geval is het mogelijk dat de rechter bijvoorbeeld door een interne storing geen kennisgeving ontvangt, en weet dan niet dat een stuk is aangeleverd.5Mr. J. Wolthuis, Digitaal procederen, Tilburg: Celsius 2014, p. 53.

Digitaal procederen

Sinds 2013 is procederen via de eKantonrechter al mogelijk voor rechtsbijstandsverzekeraars. Vervolgens hebben advocaten, burgers en bedrijven toegang gekregen tot het digitaal portaal. De eKantonrechter is een digitale manier om rechtszaken te voeren. De mogelijkheid tot digitaal procederen is te danken aan artikel 96 Rv. Dit artikel bepaalt dat de kantonrechter de procedureregels vaststelt als partijen gezamenlijk zijn hulp inroepen om hun geschil te beslechten. Dat gaf de ruimte om een digitale procedure te creëren bij de kantonrechter.6http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rechtspraak-en-geschiloplossing/vernieuwing-in-de-rechtspraak/programma-kwaliteit-en-innovatie-rechtspraak-kei. Partijen krijgen op ieder moment en vanaf iedere plek toegang tot digitaal aangeleverde stukken die in behandeling worden genomen bij de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam of rechtbank Oost-Brabant. De eKantonrechter draagt enerzijds bij aan een digitaal toegankelijke en minder formele rechtspraak, zodat een conflict snel en effectief kan worden beslecht. Een nadeel is dat de uitspraak via de eKantonrechterprocedure, zoals in het procesreglement is bepaald, niet vatbaar is voor hoger beroep. Bovendien moeten beide partijen het samen eens worden dat zij hun geschil op deze manier bij deze kantonrechter willen laten beslechten. Ook staat in het procesreglement welke geschillen langs deze weg beslist kunnen worden. Dat is bij lang niet alle geschillen het geval.

Het is de bedoeling dat in de toekomst iedereen een digitale kanton- of andere rechtszaak kan starten. Partijen loggen via Mijn Zaak7Dit is het digitale portaal van de Rechtspraak. http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/Modernisering-rechtspraak/Digitale-toegang/Paginas/default.aspx. met DigiD of eHerkenning in om een procedure te starten. Zij kunnen vervolgens digitaal: verweer voeren, stukken indienen en inzien, de procesvoortgang volgen en de uitspraak van de rechter ontvangen. Dit alles via een veilig en toegankelijk systeem. In het bijzonder valt over dat laatste nog het een en ander te zeggen. Het portaal is voor burgers afhankelijk van DigiD als identificatiemiddel. Allereerst zijn dak- en thuislozen per definitie uitgesloten van dit systeem aangezien een registratie in de Basisregistratie Personen vereist is voor de aanvraag. Ten tweede kunnen alleen Nederlanders die woonachtig zijn in Nederland een DigiD aanvragen. Buitenlanders zullen daarom straks de mogelijkheid krijgen om nog te kiezen voor de papieren weg, tenzij zij zich laten vertegenwoordigen door een professionele procesvertegenwoordiger als een advocaat of deurwaarder. Bovendien is na de DigiNotarkwestie8ECLI:NL:RBROT:2013:CA1010.  gebleken dat fraude met DigiD mogelijk is.9Mr. J. Wolthuis, Digitaal procederen, Tilburg: Celsius 2014, p. 47.

Art. 6 EVRM

Hoe verhouden bovenstaande doelen zich tot Europese grondrechten? Deze verhouding kwamen al eens aan de orde in het arrest Airey tegen Ierland, waarin het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) bepaalde dat op de lidstaten de plicht rust om op grond van art. 6 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) een effectieve toegang tot de rechter mogelijk te maken (bijv. via vereenvoudiging van de procedurele eisen).10Beleidsdoorlichting toegang tot het recht 2008, p.1. Onnodige drempels, zoals excessieve formaliteiten11EHRM 24 mei 2006, Liakopoulou t. Griekenland, AB 2006, 257, m.nt. Barkhuysen & Van Emmerik. en ontvankelijkheidsvoorwaarden die geen legitiem doel dienen, zijn verboden.12EHRM 11 januari 2001, Platakou t. Griekenland, EHCR 2001, 17, m.nt. Heringa. Ook mag de regeling van de toegang tot de rechter niet te ingewikkeld en onoverzichtelijk zijn voor de burger. Geen van de procespartijen mag dus als gevolg van de digitale vormgeving gehinderd worden in de in art. 6 EVRM neergelegde rechten. In de vorige paragrafen is gesproken over het kort toelichten van standpunten in de mondelinge behandeling en dat daarbij meer digitale middelen worden ingezet.13Art. 30k, lid 1, sub b, Rv nieuw en art. 77n Rv nieuw. Het EHRM heeft in het Viola-arrest bepaald dat het gebruik van technologie niet mag leiden tot schending van het in art. 6 EVRM neergelegde principe van een ‘eerlijk proces’.14Marcello Viola/Italië: ECHR 5 oktober 2005, no. 45106/04 en Asciutto/Italië: ECHR 27 oktober 2007, no. 35795/02. Dat betekent dat de regels en de technische voorzieningen in de zittingszaal zodanig ingericht moeten zijn dat een partij niet substantieel benadeeld wordt ten opzichte van zijn wederpartij.15Mr. Dory Reiling, Digitalisering in de rechtspraak, Strafblad, afl. 3 jaargang 9, juli 2011.

Toekomstschets

De invoering van het vernieuwingsprogramma wordt stapsgewijs landelijk uitgerold tussen 2014 en 2018. In de toekomst zullen de meeste procedures online verlopen en worden papieren stukken vervangen door elektronische bestanden. Sommige procespartijen zullen er nog voor mogen kiezen om op papier te procederen zoals natuurlijke personen, informele vereniging en de al genoemde buitenlanders. Er blijft uiteraard een rechter en (tot nog toe) een griffier van vlees en bloed. Het pleidooi zoals bedoeld in art. 134 Rv verdwijnt en partijen krijgen de gelegenheid de zaak in een mondelinge behandeling kort toe te lichten. Hierbij kan, als de rechter hiertoe beslist, worden gewerkt met audio of video als proces-verbaal. Het officiële, voorgeschreven, proces-verbaal is een zakelijke samenvatting. De rechter kan beslissen dat die zakelijke samenvatting digitaal is, maar kan er ook voor kiezen de hele zitting (‘verbatim’) digitaal vast te leggen en dit te laten opnemen in het digitale procesdossier. Dit wordt allemaal mogelijk door het moderniseren van alle zittingszalen met de allernieuwste digitale voorzieningen. Het vonnis is tevens digitaal te raadplegen.

De digitalisatie zal geografisch over verschillende rechtbanken in Nederland verspreidt worden ingevoerd. Zoals al vermeld is het de bedoeling dat alle rechtzoekenden verplicht worden digitaal te procederen met uitzondering van de hierboven genoemde personen. Via de actuele planning moeten de asiel- en bewaringsprocedures binnen het bestuursrecht per 1 april 2015 digitaal gaan. In juli 2016 volgen de vorderingen in kantonprocedures en de overige bestuursrechtprocedures en zullen gemeenten alleen nog via de digitale weg kunnen communiceren met de rechter. Op 1 juli 2017 moeten de laatste procedures gedigitaliseerd zijn: verzoekschriftprocedures van familie, civiel en kanton.16Zie de hele KEI tijdlijn: http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/ThemaDossiers/Modernisering-rechtspraak/PublishingImages/tijdlijn%20Kei.jpg.

We hebben allereerst gezien dat de rechtspraak er in de toekomst door het KEI-project eenvoudiger uitziet. Er ontstaat een meer overzichtelijke en voorspelbaarder procesgang, een sneller verloop van procedures. Bovendien wordt de (gedigitaliseerde) toegankelijkheid van de rechterlijke macht vergroot met onder andere het digitaal portaal en de moderne mogelijkheden in de digitale rechtszaal. Op dit moment (midden 2015) werkt het KEI-project nog niet helemaal voor iedereen aangezien Digi-D nog niet voor iedere persoon toegankelijk is. Toch zijn de toekomstplannen ontworpen om binnen twee jaar gerealiseerd te zijn. Zo merkte Minister van Opstelten in een interview in ‘Binnenlands Bestuur het volgende op’: “Het zou wel netjes zijn als we straks in het kader van Digitale Overheid 2017 ook KEI helemaal hebben gerealiseerd”. Wat denkt u? Realistisch of te ambitieus?

 

   [ + ]

1. Kamerstukken II, 2014/15, 34 059, nr. 2.
2. http://www.rechtspraak.nl/Naar-de-rechter/Kantonrechter/eKantonrechter/Pages/default.aspx.
3. Kamerstukken II, 2014/15, 34 059, nr. 3, p.15.
4. Art. 77c Rv nieuw.
5. Mr. J. Wolthuis, Digitaal procederen, Tilburg: Celsius 2014, p. 53.
6. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rechtspraak-en-geschiloplossing/vernieuwing-in-de-rechtspraak/programma-kwaliteit-en-innovatie-rechtspraak-kei.
7. Dit is het digitale portaal van de Rechtspraak. http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/Modernisering-rechtspraak/Digitale-toegang/Paginas/default.aspx.
8. ECLI:NL:RBROT:2013:CA1010.
9. Mr. J. Wolthuis, Digitaal procederen, Tilburg: Celsius 2014, p. 47.
10. Beleidsdoorlichting toegang tot het recht 2008, p.1.
11. EHRM 24 mei 2006, Liakopoulou t. Griekenland, AB 2006, 257, m.nt. Barkhuysen & Van Emmerik.
12. EHRM 11 januari 2001, Platakou t. Griekenland, EHCR 2001, 17, m.nt. Heringa.
13. Art. 30k, lid 1, sub b, Rv nieuw en art. 77n Rv nieuw.
14. Marcello Viola/Italië: ECHR 5 oktober 2005, no. 45106/04 en Asciutto/Italië: ECHR 27 oktober 2007, no. 35795/02.
15. Mr. Dory Reiling, Digitalisering in de rechtspraak, Strafblad, afl. 3 jaargang 9, juli 2011.
16. Zie de hele KEI tijdlijn: http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-Nederland/ThemaDossiers/Modernisering-rechtspraak/PublishingImages/tijdlijn%20Kei.jpg.