Dinsdag 22 december 2015

Het concurrentie- en relatiebeding en social media

Het belang van social media begint naast het privéleven ook in het bedrijfsleven terrein te winnen. Door de komst van LinkedIn kunnen werkgevers curricula vitae van eventuele nieuwe werknemers raadplegen. Er ontstaat steeds meer discussie over de vraag of je werkgever jouw activiteiten op sociale netwerken kan laten gelden als (arbeids)contractbreuk. Kunnen jouw ogenschijnlijk onschuldige handelingen op LinkedIn, Facebook of Twitter tegenwoordig een schending van het relatie- en concurrentiebeding opleveren of hebben social media haar vrijblijvendheid nog niet verloren?

Welke handelingen kunnen schending van het beding opleveren?

Een concurrentiebeding verbiedt op straffe van een boete het overstappen naar een concurrerend bedrijf binnen een bepaalde tijd na vertrek bij je voormalige werkgever. Het relatiebeding verbiedt je contact te onderhouden met klanten van je ex-werkgever.1http://www.dezaak.nl/relatiebeding-arbeidscontract-geldt-ook-voor-social-media-1721257.html. Wanneer het gebruik van social media niet expliciet in het beding is opgenomen, is het lastig vast te stellen welke activiteiten onder de reikwijdte van het beding vallen.

Er vallen verschillende handelingen te onderscheiden die van belang zijn in het kader van het concurrentie- en relatiebeding en social media. Het gaat hier om het toevoegen van klanten van je voormalig werkgever; het direct benaderen van die klanten en het doen van een oproep ter onderhandeling.2http://www.nextadvocaten.nl/actualiteiten/detail/sociale-media-vs-relatie-en-concurrentiebeding/.

Toevoegen van klanten

Een relatiebeding verbiedt expliciet het onderhouden van contact met klanten van je voormalig werkgever. Kan je het toevoegen van klanten zien als ‘onderhouden van contact’ of dienen er bijkomende omstandigheden te zijn die het gegeven ondersteunen? De voorzieningenrechter Arnhem oordeelde dat het enkele toevoegen op LinkedIn al voldoende kan zijn om te spreken van een schending van het relatiebeding.3Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 8 maart 2011, JAR 2011, 127. De rechter overwoog dat het de ex-werknemer gezien de tekst van het relatiebeding duidelijk moest zijn dat ieder contact met de relaties verboden was. Het verweer van de gedaagde, te weten dat het beding niet op particulier contact zag, ging niet op.

Daarnaast achtte de rechter het van belang dat het toevoegen van de klant had plaatsgevonden ná het eindigen van de arbeidsovereenkomst tussen de gedaagde en eiser (voormalig werkgever). Of er ook sprake zou zijn van een schending van het beding wanneer de werknemer de klant al had toegevoegd tijdens het bestaan van zijn arbeidsovereenkomst en de relatie daarna ‘slapend’ had gehouden (wel als contact in zijn netwerk maar geen onderlinge correspondentie), blijkt niet uit de uitspraak.

Er ontstaat een grijs gebied wanneer de voormalige werknemer tijdens zijn arbeidsovereenkomst een sociaal netwerk heeft opgebouwd via social media dat ook bestaat uit klanten van zijn voormalige werkgever. Een oplossing om onduidelijkheid te voorkomen is het opnemen van een ‘opschoonbeding’ in de arbeidsovereenkomst. Dit beding ziet er op dat werkgever en werknemer zich na het einde van de arbeidsovereenkomst buigen over het concurrentie- en relatiebeding en bekijken welke relaties in het sociale netwerk van de werknemer moeten worden verwijderd.4http://www.rechtdirect.nl/nieuws/een-concurrentiebeding-ook-voor-social-media.

Uit de hiervoor besproken rechtspraak blijkt dat het enkele toevoegen van een klant alleen dan een schending van het relatiebeding oplevert, wanneer het relatiebeding ‘ieder contact’ met de relaties verbiedt. Het zal dus van de omstandigheden van het geval en de formulering van het beding afhangen wanneer toevoegen een schending oplevert. Het verdient aanbeveling om het relatiebeding zo duidelijk mogelijk te formuleren.

Directe benadering

Direct contact opnemen met de klant is niet geoorloofd indien het relatiebeding van toepassing is. Hierbij kan je je afvragen wat moet worden verstaan onder direct contact en of er grenzen zijn aan de inhoud van de correspondentie.

Zakelijk contact is verboden in geval van een relatiebeding. Privécontact valt niet onder de reikwijdte van het concurrentie- en relatiebeding, oordeelde de kantonrechter Maastricht in 2012.5Kantonrechter Maastricht 8 februari 2012, LJN BV3122. De kantonrechter overwoog dat conversaties via social media zoals Hyves, Twitter, Facebook en What’s App in beginsel onder de privésfeer vallen en daardoor worden beschermd door het grondrecht vrijheid van meningsuiting. Wanneer de correspondentie duidelijk en ondubbelzinnig blijk geeft van een zakelijk karakter, gaat het beroep op vrijheid van meningsuiting niet meer op. Het gaat dus niet om het medium, maar om de inhoud van het via het medium gedeelde bericht.

Het versturen van individuele berichten via LinkedIn waarin de klant wordt uitgenodigd om de tafel te gaan zitten over een eventuele samenwerking in een nieuwe baan, kan je kwalificeren als direct zakelijk contact. Ondanks het feit dat de klant niet meteen wordt gevraagd over te stappen naar de concurrerende werkgever, overschrijdt dit zakelijke contact volgens het Hof Amsterdam de grenzen van het relatiebeding. 6Hof Amsterdam 24 juli 2008, JAR 2008, 313.

Oproep om te onderhandelen

Schend je ook het concurrentie- en relatiebeding wanneer je een algemene oproep (niet enkel gericht aan voormalige klanten) plaatst om te onderhandelen? Deze vraag kwam aan de orde bij het Hof Den Haag.7Hof Den Haag 21 februari 2012, JAR 2012, 129. Een oud-werknemer plaatste op Twitter een bericht waarin hij aangaf op zoek te zijn naar een zzp’er die een bepaalde functie kan vervullen. De ex-werknemer begaf zich hiermee op glad ijs, nu er zich onder zijn volgers ook klanten van zijn voormalig werkgever bevonden. Het Hof oordeelde dat het volgen op Twitter een eenzijdige actie vanuit de volger is en in dit geval niet is uitgelokt vanuit de eigenaar van het Twitter-account. Een uitnodiging en een acceptatie zijn voor het volgen niet nodig, zoals wel het geval is bij Facebook of LinkedIn. Deze vorm van twitteren kwalificeerde het hof als een moderne vorm van adverteren. Daarnaast woog het belang van de werknemer om een nieuwe baan te gaan vervullen hier zwaarder dan het belang van de ex-werkgever.8http://www.kopcijfers.nl/tips/twitteren-concurrentiebeding-en-social-media.

Conclusie

Vanwege het feit dat social media in het bedrijfsleven een steeds grotere rol gaan spelen, werpt zich de vraag op of activiteiten op sociale netwerken als inbreuk op het concurrentie- en relatiebeding kunnen worden gezien. Wanneer je een klant van de voormalig werkgever alleen toevoegt, kan er al sprake zijn van schending van het beding wanneer in het beding staat dat ‘ieder contact’ ongeoorloofd is. Wanneer een dergelijk beding minder streng is geformuleerd, is het mogelijk dat het enkele toevoegen niet onder het verbod valt. Als je tijdens je dienstverband de klanten al hebt toegevoegd, zou een zogeheten opschoonbeding duidelijkheid kunnen scheppen. In het geval dat je direct contact opneemt met klanten van de voormalig werkgever is er alleen sprake van schending van het beding wanneer het contact een puur zakelijk karakter draagt. Het doen van een oproep ter onderhandeling op Twitter kan je zien als een moderne vorm van adverteren en zal in de regel geen schending opleveren.

Het hangt uiteindelijk van precieze formulering van het beding en de overige omstandigheden van het geval af wanneer er sprake is van handelen in strijd met het beding. Het verdient dan ook aanbeveling om het concurrentie- en relatiebeding zo duidelijk mogelijk te formuleren, zodat je met een gerust hart je virtuele leven kan blijven updaten.

   [ + ]

1. http://www.dezaak.nl/relatiebeding-arbeidscontract-geldt-ook-voor-social-media-1721257.html.
2. http://www.nextadvocaten.nl/actualiteiten/detail/sociale-media-vs-relatie-en-concurrentiebeding/.
3. Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 8 maart 2011, JAR 2011, 127.
4. http://www.rechtdirect.nl/nieuws/een-concurrentiebeding-ook-voor-social-media.
5. Kantonrechter Maastricht 8 februari 2012, LJN BV3122.
6. Hof Amsterdam 24 juli 2008, JAR 2008, 313.
7. Hof Den Haag 21 februari 2012, JAR 2012, 129.
8. http://www.kopcijfers.nl/tips/twitteren-concurrentiebeding-en-social-media.