Donderdag 9 maart 2017

De digitale overheid of het recht elektronische communicatie

Inleiding

In maart 2017 zijn er weer verkiezingen voor de Tweede Kamer, en zal het Kabinet-Rutte II afscheid nemen. Daarom is nu het uitgelezen moment om te beschouwen hoe het kabinet heeft gepresteerd in de afgelopen 4 jaar. In het regeerakkoord wordt een visie voor 2017 geschetst: “De dienstverlening door overheden moet beter. Bedrijven en burgers kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen – zoals het aanvragen van een vergunning – digitaal afhandelen.1Bijlage bij Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 15 (Regeerakkoord), p. 10.

In deze blog zal worden ingegaan op de inhoud van het voorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer), welke nodig is om deze visie te realiseren.

Huidige situatie

Op dit moment is de algemene regeling voor het contact met de overheid via de elektronische weg te vinden in afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) 2http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3 . In februari 2016 hebben de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Veiligheid en Justitie de ‘Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer’ ter consultatie gepubliceerd. 3https://www.internetconsultatie.nl/wet_modernisering_elektronisch_bestuurlijk_verkeer De voorgestelde wijzigingen zijn noodzakelijk voor het realiseren van de digitale overheid uit het Regeerakkoord 2012.

Momenteel kan een burger alleen elektronisch met de overheid communiceren als dit expliciet is toegestaan door de betrokken overheidsinstantie. 4 M. Groothuis & R. Jacobs, ‘Modernisering van het elektronisch bestuurlijk verkeer’, NTB 2016/30, en art. 2:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb), 1e lid http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3_Artikel2:15. Dit is in het huidige digitale tijdperk niet langer houdbaar of wenselijk, en vandaar dat nu gekeken wordt naar het wijzigen van art. 2:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Het nieuwe art. 2:15 Awb

Met het nieuwe art. 2:15 Awb wordt de elektronische weg in beginsel volledig opengezet voor de burger, nu overheden niet langer al het gebruik van de elektronische weg kunnen uitsluiten. Er wordt zelfs gesproken van een ‘recht op elektronische communicatie met de overheid’. Artikel 2:15 Awb (nieuw) komt er als volgt uit te zien:

Artikel 2:15 Awb

  1. Een bericht kan elektronisch aan een bestuursorgaan worden verzonden. Tenzij bij wettelijk voorschrift regels zijn gesteld, besluit het bestuursorgaan tot aanwijzing van de wijze van verzending, waarbij voor verschillende typen berichten een verschillende wijze kan worden aangewezen. Het bestuursorgaan kan daarbij nadere eisen stellen aan het gebruik van de elektronische weg, waarbij geen eisen worden gesteld die de mogelijkheid van elektronische verzending onevenredig belemmeren.

  2. Bij wettelijk voorschrift kan het gebruik van de elektronische weg worden voorgeschreven.

  3. Indien een bericht elektronisch aan een bestuursorgaan wordt verzonden op een wijze die niet voor dit type bericht, maar voor een ander type bericht is aangewezen, zorgt het bestuursorgaan onverwijld voor interne doorgeleiding. Artikel 2:3, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Indien een bericht elektronisch aan een bestuursorgaan wordt gezonden op een wijze die niet op grond van het eerste lid voor enig type bericht is aangewezen, bestaat die verplichting niet, tenzij voor dat bericht geen wijze van verzending is aangewezen of de verzender kon menen dat hij het bericht op die wijze aan het bestuursorgaan kon zenden.

  4. Een bestuursorgaan kan elektronisch verschafte gegevens en bescheiden weigeren voor zover de aanvaarding daarvan tot een onevenredige belasting voor het bestuursorgaan zou leiden.

  5. Een bestuursorgaan kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

  6. Onverminderd artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onderdeel b, deelt het bestuursorgaan een weigering op grond van het derde of vierde lid zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.5Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (consultatieversie), februari 2016, https://www.internetconsultatie.nl/wet_modernisering_elektronisch_bestuurlijk_verkeer, laatst geraadpleegd 29 december 2016, en art. 2:15 Awb http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3_Artikel2:15.

Waarborgen in de nieuwe wet

Om te voorkomen dat de mailbox van een gemiddelde gemeente overstroomt, zijn een aantal waarborgen ingebouwd om ervoor te zorgen dat het praktisch mogelijk blijft binnen de beslistermijn op verzoeken en aanvragen te reageren.

Zo moet het bestuursorgaan het kanaal aanwijzen via welke contact kan worden opgenomen. Dit maakt het mogelijk om reeds ‘aan de voorkant’ de aanvragen voor bouwvergunningen te scheiden van de bezwaren tegen de hondenbelasting. Dit bespaart veel tijd en werk, zodat efficiënter gewerkt kan worden. Wanneer een burger per ongeluk toch het verkeerde kanaal gebruikt, heeft het bestuursorgaan in beginsel een doorverwijsplicht. Dit is bijvoorbeeld niet het geval wanneer het bericht in kwestie überhaupt niet elektronisch verzonden kan worden, art. 2:15 lid 3 Awb (nieuw).

Naar aanleiding van het misbruik van de dwangsomregeling bij de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB), is ook nagedacht over manieren om te voorkomen dat (ook andersoortige) aanvragen op verwarrende en vertragende wijze worden ingediend. Dit wordt nu immers eenvoudiger, aangezien men simpelweg het verkeerde kanaal kan gebruiken. Dit betekent dat dan intern doorverwezen moet worden, wat automatisch vertraging met zich meebrengt. De oplossing meent men te hebben gevonden in het feit dat de beslistermijn pas later aanvangt, wanneer een verzoek op de verkeerde plaats is ingediend. 6M. Groothuis & R. Jacobs, ‘Modernisering van het elektronisch bestuurlijk verkeer’, NTB 2016/30.

Stand van zaken

Ten tijde van het schrijven van deze blog, op 21 februari 2017, diende dit voorstel nog de volledige wetgevingscyclus te doorlopen, van het advies van de Raad van State tot en met de officiële bekendmaking. 7 ‘Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer’, overheid.nl, https://wetgevingskalender.overheid.nl/Regeling/WGK006161, laatst geraadpleegd 29 december 2016 Het kan dus nog even duren voordat de wijzigingen in werking treden. Desalniettemin belooft de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer een aanzienlijke verbetering aan te brengen in de communicatiemogelijkheden met de overheid. Voor de burger wordt de overheid bereikbaarder en beter benaderbaar, wat past in het moderne beeld van een dienstbare overheid.

Uitdagingen en conclusie

Het nieuw voorgestelde ‘recht op elektronische communicatie’ zal, naast de eerder beschreven voordelen, ook nieuwe uitdagingen met zich meebrengen. Niet in de laatste plaats is dit de tekortkomende dekking van art. 13 Grondwet (Gw). 8http://wetten.overheid.nl/BWBR0001840/2008-07-15#Hoofdstuk1_Artikel13, laatst geraadpleegd 29 december 2016. In dit artikel is het briefgeheim gecodificeerd, wat betekent dat niemand de post van de overheid aan de burger kan lezen. Wanneer exact dezelfde informatie nu via de elektronische weg wordt gecommuniceerd, valt deze grondwettelijke bescherming ineens weg. Dit betekent dat de invoering van de wijziging van de Awb gepaard moet gaan met een wijziging van art. 13 Gw. 9M. Groothuis & R. Jacobs, ‘Modernisering van het elektronisch bestuurlijk verkeer’, NTB 2016/30. Op dit moment ligt er een voorstel tot wijziging van dit artikel voor aan het parlement, waarin het brede begrip communicatiegeheim wordt geïntroduceerd. 10Kamerstukken II 2013/14, 33989, 1-3. Helaas is pas in november dit jaar het voorstel weer op de agenda gekomen, nadat eerst de besluitvorming met betrekking tot de herziening van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is afgerond. 11Kamerstukken II 2016/17, 33 989, 9. Zonder deze wijziging van art. 13 Gw is de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer een stuk minder aantrekkelijk, en potentieel zelfs een gevaar voor de privacy van de burger.

   [ + ]

1. Bijlage bij Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 15 (Regeerakkoord), p. 10.
2. http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3
3. https://www.internetconsultatie.nl/wet_modernisering_elektronisch_bestuurlijk_verkeer
4. M. Groothuis & R. Jacobs, ‘Modernisering van het elektronisch bestuurlijk verkeer’, NTB 2016/30, en art. 2:15 Algemene wet bestuursrecht (Awb), 1e lid http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3_Artikel2:15.
5. Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (consultatieversie), februari 2016, https://www.internetconsultatie.nl/wet_modernisering_elektronisch_bestuurlijk_verkeer, laatst geraadpleegd 29 december 2016, en art. 2:15 Awb http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2016-11-03#Hoofdstuk2_Afdeling2.3_Artikel2:15.
6, 9. M. Groothuis & R. Jacobs, ‘Modernisering van het elektronisch bestuurlijk verkeer’, NTB 2016/30.
7. ‘Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer’, overheid.nl, https://wetgevingskalender.overheid.nl/Regeling/WGK006161, laatst geraadpleegd 29 december 2016
8. http://wetten.overheid.nl/BWBR0001840/2008-07-15#Hoofdstuk1_Artikel13, laatst geraadpleegd 29 december 2016.
10. Kamerstukken II 2013/14, 33989, 1-3.
11. Kamerstukken II 2016/17, 33 989, 9.