Donderdag 6 februari 2014

Is het jailbreaken van een iOS-apparaat legaal?

In de Verenigde Staten bestaat sinds het op de markt brengen van apparaten die gebruik maken van het iOS-besturingssysteem van Apple controverse over de legaliteit van Jailbreaking. 1http://arstechnica.com/tech-policy/2010/07/apple-loses-big-in-drm-ruling-jailbreaks-are-fair-use/ Ook in Nederland is hierover onder de iOS-gebruikers sinds lange tijd discussie. 2http://www.jailbreaking.nl/iphone-jailbreak-is-legaal-de-ipad-echter-niet-meer/ De twistpunten zijn dan vaak hetzelfde. Hoe moet juridisch tegen jailbreaking aangekeken worden? Hoe regelt Apple deze problematiek precies? Kan een gebruiker zich op een beperking van het auteursrecht van Apple beroepen? Kortom: Het jailbreaken van een iOS-apparaat, is dat toegestaan in Nederland?

Voor het antwoord op de vraag of jailbreaking legaal is, dient eerst te worden onderzocht waar deze term nu precies voor staat. Daarna zal het door Apple ingenomen standpunt nader uiteen worden gezet. Vervolgens wordt kort de relevante auteursrechtelijke regeling in Nederland behandeld. Ten slotte wordt getracht de hoofdvraag in de conclusie te beantwoorden.

Wat is Jailbreaking?
Jailbreaking is een Engelse term voor het mogelijk maken van meer softwaretoepassingen voor producten dan een producent zelf toestaat. 3Zie bijvoorbeeld: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Jailbreak_%28iOS%29> Hierdoor kan een gebruiker van het Apple product ook software op zijn apparaat installeren welke niet is goedgekeurd door Apple en daarom ook niet in de App store te vinden is. Voor de jailbreak is noodzakelijk dat de gebruiker van het product van Apple, bijvoorbeeld een iPad of iPhone, veranderingen aanbrengt aan het besturingssysteem iOS van Apple. Om een jailbreak uit te voeren moet men namelijk onder andere de software decompileren. 4http://www.copyright.gov/1201/2008/responses/apple-inc-31.pdf Decompileren is het omzetten van objectcode naar broncode. Objectcode is de inhoud van een computerbestand. Alleen de broncode is voor mensen leesbaar en verder programmeerbaar. Voor het decompileren is het nodig de besturingssoftware te verveelvoudigen en aan te passen. Uiteraard is dit in beginsel niet toegestaan zonder toestemming van de auteursrechthebbende, vaak de maker van de software.

Het standpunt van Apple
In de softwarelicentieovereenkomst (licentie) die een ieder sluit wanneer zij een apparaat van Apple in gebruik nemen, staat het een en ander over jailbreaking. In artikel 2 onder c van de licentie, die bij bijvoorbeeld een iPhone 4 geleverd wordt, staat dat het verboden is: ‘te kopiëren (behalve in zoverre dit expliciet is toegestaan onder deze licentie), te decompileren, van ontwerp te herleiden, te ontmantelen, te wijzigen of te decoderen of aan te passen’. 5http://manuals.info.apple.com/MANUALS/1000/MA1597/nl_NL/iphone_4_belangrijke_productinf ormatie.pdf Ten overvloede meldt Apple nog dat elke poging om het bovenstaande te doen, een inbreuk vormt op de rechten van Apple. Het standpunt van Apple is dus duidelijk. Het betreft een opsomming van wat zeker niet mag. De vraag die dan rijst is natuurlijk: Kan Apple deze handeling (in Nederland) zo stellig uitsluiten?

Wat volgt uit de Nederlandse Auteurswet?
Het verschijnsel jailbreaking wordt nergens expliciet in de wet geregeld. Programmeurs zullen dus een uitzondering op het auteursrecht moeten vinden om de licentie van Apple te bestrijden. Artikel 45m van de Auteurswet (Aw) biedt een mogelijkheid om software te verveelvoudigen, met als doel informatie te verkrijgen die nodig is om de interoperabiliteit van een onafhankelijk vervaardigd computerprogramma met andere computerprogramma’s tot stand te brengen. Het tot stand brengen van interoperabiliteit tussen een iOS-apparaat en een applicatie die niet in de App store staat, is vaak het doel van jailbreaking. Artikel 45m Aw ziet slechts op dit doel en perkt de handelingsvrijheid van een programmeur in door strikte voorwaarden te stellen. 6Spoor, Verkade & Visser 2005, p. 605.

Artikel 45m Aw maakt deel uit van de implementatie van de softwarerichtlijn van de toenmalige raad van de Europese gemeenschappen. De ratio van artikel 6 van de richtlijn is het bevorderen van concurrentie tussen verschillende softwareontwikkelaars. Uit deze richtlijn volgt ook dat een overeenkomst, zoals de softwarelicentieovereenkomst van Apple, niet strijdig mag zijn met de normen in dit artikel. 7Kamerstukken I, 1993/94, 22 531, nr. 63b, p. 6 [MvA I].

De eerste voorwaarde van artikel 45m lid 1 sub a Aw lijkt duidelijk. Degene die tot decompilatie overgaat, moet het computerprogramma rechtmatig hebben verkregen. 8W.A.J. Hoorneman, P. van Schelven, H. Struik, Softwarerecht, Deventer: Kluwer 2010, p. 225 en 226. Voor jailbreaking geldt dan dat je het iOS-apparaat bijvoorbeeld in de winkel hebt gekocht.

Uit verdere lezing van artikel 45m Aw volgt dat een aantal open begrippen invulling nodig hebben. Het artikel staat het verveelvoudigen en het vertalen van de codevorm in beginsel toe. Het stelt echter wel als eis dat deze acties van de gebruiker onmisbaar zijn voor het bewerkstelligen van interoperabiliteit tussen de software, bijvoorbeeld iOS en een bepaalde app. Het woord onmisbaar is de crux van dit deel van de bepaling. Het is lastig om precies te bepalen wanneer verveelvoudiging en decompilatie onmisbaar zijn voor het doel van het artikel. Vaststaat dat niet tot vertaling van de codevorm mag worden overgegaan als de informatie die de programmeur nodig heeft om de software aan te passen al beschikbaar en eenvoudig op te zoeken is. 9Rb. ’s-Gravenhage 11 september 2002, BIE 2003, nr. 24, p. 171. Ook staat artikel 45m Aw niet toe over te gaan tot decompilatie indien een minder ingrijpend middel voorhanden is. 10Hof ’s-Gravenhage 4 december 1997, BIE 1991, nr. 66, p. 230. De gegevens die men tijdens het decompileren en het verveelvoudigen krijgt zijn dan niet onmisbaar voor de met de bepaling te dienen doelen. In het geval van jailbreaking lijkt aan dit vereiste te zijn voldaan. Zeker als men apps wil draaien op het iOS-apparaat die niet in de app store staan is hiertoe overgaan de enige optie.

Als laatste criterium stelt artikel 45m lid 1 onder c Aw dat programmeurs slechts het noodzakelijke voor de interoperabiliteit mogen decompileren en verveelvoudigen. Het is uiteraard vooraf buitengewoon ingewikkeld te achterhalen welke delen van de software precies moeten worden behandeld. Hiervoor is het immers in de eerste plaats nodig om de codevorm te vertalen. Verschillende auteurs hebben dan ook aangenomen dat het voldoende is dat ontwikkelaars de overbodige gedecompileerde gedeelten niet mogen gebruiken. 11J.H. Spoor, D.W.F. Verkade, D.J.G. Visser, Auteursrecht. Auteursrecht, naburige rechten en databankenrecht, Deventer: Kluwer 2005, p. 606. Ook dit lijkt geen probleem te zijn bij jailbreaking. Als het (al dan niet) teveel gedecompileerde stuk iOS niet wordt gebruikt, dan voldoet een zodanige handeling aan de eisen van de exceptie.

In het tweede lid van artikel 45m Aw wordt de bevoegdheid van de programmeur tot het decompileren van de software verder ingeperkt. Uiteraard mag de ontwikkelaar slechts voor het interoperabel maken van de software overgaan tot het vertalen van de codevorm. Het is niet toegestaan de informatie met derden te delen of deze te gebruiken voor een eigen programma dat in grote lijnen gelijk is aan de software die geanalyseerd werd. 12HvJ EU 22 december 2004, nr. T‑201/04, r.o. 129.

Bij het uitvoeren van een jailbreak wordt de software van Apple echter niet alleen gedecompileerd, maar ook aangepast en vervolgens teruggezet. De vraag is nu of dat ook toegestaan is onder artikel 45m Aw. Verdedigbaar is dat het aanpassen gelet op het doel van de richtlijn wel is toegestaan. Het bevordert de concurrentie op de softwaremarkt. Anderzijds kan men stellen dat artikel 45m Aw strikt genomen alleen ziet op de analyse van de broncode en niet op het modificeren daarvan. Over jailbreaking is nog niet geprocedeerd in de Europese Unie dus is een definitief antwoord helaas niet te geven. 13H. Franken, H.W.K. Kaspersen, A.H. de wild, Recht en Computer, Deventer: Kluwer 2004, p. 256.

Conclusie
Jailbreaking is het mogelijk maken van meer softwaretoepassingen voor producten van onder andere Apple Inc. dan dit bedrijf zelf toestaat. Uit de licentieovereenkomst blijkt dat Apple jailbreaking verbiedt. Uit de Auteurswet volgt dat men een aantal criteria langs moet gaan voordat de regeling decompilatie toestaat. Er heerst door een gebrek aan jurisprudentie nog enige onduidelijkheid over de bevoegdheid tot aanpassen van de gedecompileerde software. Er bestaat een kans dat de rechtspraak zeer casuïstisch wordt; per gebruik moet de rechter vaststellen of een jailbreak onmisbaar is. Voor een programmeur die de werking van de browser wil analyseren, kan dat misschien wel onmisbaar zijn.

Het aanpassen na decompilatie van de software van Apple is het meest heikele punt. Het is maar zeer de vraag of de uitzondering op het auteursrecht van artikel 45m Aw op dit punt zal worden verbreed. Uitsluitsel kan echter slechts worden gegeven door het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit hof bepaalt uiteindelijk de uitleg van het uit Europa afkomstige artikel 45m Aw.

 

 

   [ + ]

1. http://arstechnica.com/tech-policy/2010/07/apple-loses-big-in-drm-ruling-jailbreaks-are-fair-use/
2. http://www.jailbreaking.nl/iphone-jailbreak-is-legaal-de-ipad-echter-niet-meer/
3. Zie bijvoorbeeld: <http://nl.wikipedia.org/wiki/Jailbreak_%28iOS%29>
4. http://www.copyright.gov/1201/2008/responses/apple-inc-31.pdf
5. http://manuals.info.apple.com/MANUALS/1000/MA1597/nl_NL/iphone_4_belangrijke_productinf ormatie.pdf
6. Spoor, Verkade & Visser 2005, p. 605.
7. Kamerstukken I, 1993/94, 22 531, nr. 63b, p. 6 [MvA I].
8. W.A.J. Hoorneman, P. van Schelven, H. Struik, Softwarerecht, Deventer: Kluwer 2010, p. 225 en 226.
9. Rb. ’s-Gravenhage 11 september 2002, BIE 2003, nr. 24, p. 171.
10. Hof ’s-Gravenhage 4 december 1997, BIE 1991, nr. 66, p. 230.
11. J.H. Spoor, D.W.F. Verkade, D.J.G. Visser, Auteursrecht. Auteursrecht, naburige rechten en databankenrecht, Deventer: Kluwer 2005, p. 606.
12. HvJ EU 22 december 2004, nr. T‑201/04, r.o. 129.
13. H. Franken, H.W.K. Kaspersen, A.H. de wild, Recht en Computer, Deventer: Kluwer 2004, p. 256.