Dinsdag 23 september 2014

Automatic Number Plate Recognition en de opslag van kentekengegevens

Op dit moment is er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer in behandeling dat het mogelijk maakt voor de politie om gegevens, verkregen met het Automatic Number Plate Recognition (ANPR) systeem, te bewaren in een database. Dit is nu nog niet toegestaan. Het voordeel voor de politie, en andere handhavende diensten, is dat er achteraf in de database gezocht kan worden of een bepaald voertuig op een bepaalde locatie aanwezig was. Dit kan bijvoorbeeld erg handig zijn bij het oplossen van misdrijven. Ook is te verwachten dat de Belastingdienst interesse zal hebben in deze gegevens, bijvoorbeeld om te controleren of leaserijders niet meer dan 500 privé-kilometers maken. In dit artikel zal ik kort weergeven wat het ANPR-systeem is en hoe het nu gebruikt wordt, vervolgens ga ik in op de beoogde wijzigingen die het wetsvoorstel met zich meebrengt en wat voor gevolgen die wijzigingen kunnen hebben voor de privacy.

 

Automatic Number Plate Recognition

ANPR is de verzamelnaam voor het gebruik van mobiele of vaste camera’s langs de weg om kentekens van passerende voertuigen te scannen. Het doel van het scannen van de kentekens is verschillend. Zo wordt er met trajectcontrole gebruik gemaakt van ANPR, gebruikt de Belastingdienst het om personen met een openstaande schuld aan te houden, en kan de politie ANPR gebruiken om voortvluchtige personen op te sporen.

Huidig

Gescande kentekens van passerende voertuigen worden ter plekke automatisch vergeleken met een referentiebestand. In dit bestand zitten kentekens van voertuigen van onder andere gezochte personen en mensen met een belastingschuld. Wanneer er door het systeem een overeenkomst gevonden wordt kan de politie direct ingrijpen door het voertuig aan de kant te zetten en nader onderzoek te doen. 1Gritter, Automatische kentekenherkenning (ANPR) en opsporing, VR 2014/14, p. 1. Met deze toepassing van ANPR worden de kentekens die geen overeenkomst hebben met een referentiebestand niet bewaard, er is dus op dit moment geen mogelijkheid om achteraf de gescande kentekens te onderzoeken, behalve de hierna genoemde uitzondering. De bevoegdheid van de politie om het bovenstaande uit te voeren, dus het vergelijken van kentekens van passerende voertuigen met een referentiebestand is nergens expliciet vastgelegd in de wet. Volgens de minister van Veiligheid en Justitie kan deze bevoegdheid uit artikel 3 van de Politiewet 2012 en de Wet politiegegevens worden afgeleid. 2MvT, 33542, nr 3, p. 4.  Naast deze bevoegdheid mag de politie nu ook al kentekens scannen en deze bewaren zonder dat er sprake is van een overeenstemming met een referentiebestand. Dit is toegestaan in het kader van een lopend opsporingsonderzoek, waarbij in de Memorie van toelichting het voorbeeld wordt gegeven van het onderzoek naar een serie woninginbraken, waarbij steeds terugkerende voertuigen vanzelfsprekend een interessant aanknopingspunt kunnen zijn. 3MvT, 33542, nr 3, p. 5. Verder dan dit mag de politie onder de huidige wetgeving niet gaan. De minister geeft in de Memorie van Toelichting aan dat dit echter wel nodig is, volgens hem is de bevolking veel mobieler geworden de afgelopen decennia en heeft de politie meer ‘overzicht’ nodig. 4MvT, 33542, nr 3. p. 1. Hiervoor is dus een wetswijziging vereist.

Bewaren verzamelde gegevens

Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe titel in boek 1 van het Wetboek van Strafvordering genaamd ‘Vastleggen en bewaren van kentekengegevens’. In deze titel komt artikel 126jj, waarmee de bevoegdheid tot het verzamelen en de verwerking van de gegevens wordt gecreëerd. Elke opsporingsambtenaar is volgens het voorstel bevoegd door middel van een technisch hulpmiddel op of aan de openbare weg kentekengegevens vast te leggen. Deze bevoegdheid geldt echter niet voor het raadplegen van het bestand met de vastgelegde kentekens, deze mogen alleen door een ‘Door onze Minister van Veiligheid en Justitie geautoriseerde opsporingsambtenaar’ worden geraadpleegd. 5Artikel 126jj lid 3 Sv (voorgesteld).

 

Het kenteken wordt door software automatisch uit de gemaakte foto van het voertuig gedestilleerd en omgezet in tekst, de bronfoto wordt echter ook bewaard, dit ter controle. 6MvT, 33542, nr. 3, p. 11. Dit heeft tot gevolg dat mogelijk de inzittenden van het voertuig ook op de gevoelige plaat worden vastgelegd en dat een afbeelding van hun gelaat ook in het bestand met bewaarde gegevens terecht komt. De minister heeft toegezegd dat er in een ministeriele regeling technische maatregelen worden uitgewerkt waarmee voorkomen wordt dat de inzittenden op de foto te zien zijn. 7MvT, 33542, nr. 3, p. 11. Opvallend is dat volgens het voorgestelde art. 126jj Sv de raadpleging van de verzamelde kentekens alleen door een geautomatiseerd systeem kan gebeuren. Hieruit lijkt voort te vloeien dat het niet mogelijk is om de vastgelegde voertuigen handmatig te bekijken, maar dat het bestand slechts doorzocht kan worden door software die de gegevens automatisch vergelijkt met daarbij vooraf ingevulde parameters, zoals bijvoorbeeld het kenteken van een verdacht persoon. Niet gebruikte gegevens moeten vier weken na de datum van vastlegging worden vernietigd. 8Artikel 126jj lid 2 Sv (voorgesteld).

Privacy

Door op vaste en mobiele punten camera’s te plaatsen waarmee structureel kentekens gescand worden en door deze gegevens vervolgens vier weken te bewaren, maakt de overheid inbreuk op het recht op privacy, zoals bedoeld in artikel 8 EVRM. Een inbreuk op dit recht moet volgens het EVRM bij wet voorzien te zijn én noodzakelijk in een democratische samenleving. De wettelijke basis voor het verzamelen en verwerken van de kentekens is de Wet politiegegevens en het voorgestelde artikel 126jj Sv. Uit de Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat de minister het bewaren van de ANPR gegevens noodzakelijk acht omdat ze een sterke bijdrage kunnen leveren aan het aanpakken van criminaliteit, hetgeen waaraan de samenleving volgens de minister veel waarde aan hecht. 9MvT, 33542, nr. 3, p. 17. De maatregel is volgens de minister proportioneel omdat er slechts een beperkte hoeveelheid gegevens wordt verzameld, deze door geautomatiseerde vergelijking op basis van ‘hit no hit’ worden geraadpleegd én voor de relatief korte termijn van vier weken worden bewaard. 10MvT, 33543, nr. 3, p. 18. Als laatste wordt in de Memorie van toelichting aangegeven dat de maatregel subsidiair is vanwege het feit dat er geen andere manier is om op zulke eenvoudige wijze achteraf de aanwezigheid van een bepaald voertuig op een bepaalde plaats vast te stellen. 11MvT, 33543, nr. 3, p. 18.

Terwijl het wetsvoorstel al ingediend was bij de Tweede Kamer heeft het Europese Hof van Justitie (HvJEU) uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Richtlijn dataretentie. 12HvjEU, C-293/12, 8 april 2014. In dit arrest vernietigt het HvJEU de Richtlijn dataretentie wegens strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Minister Opstelten schrijft in een brief op antwoord van vragen uit de Tweede Kamer dat het wetsvoorstel ANPR meer waarborgen biedt dan de richtlijn dataretentie. Hierom heeft deze uitspraak naar zijn inzien geen gevolgen voor het voornemen van het kabinet om ANPR-gegevens vier weken te bewaren. 13Kamerstuk 33542, nr. 13.

De minister van Veiligheid en Justitie heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) gevraagd een advies te schrijven over de gevolgen van het wetsvoorstel voor de privacy. 14CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 1. Uit dit advies blijkt dat het CBP juist het tegenovergestelde vindt met betrekking tot de noodzakelijkheid van de verdergaande bevoegdheden van de politie. Zo geeft het CBP aan dat uit onderzoeken blijkt dat het bewaren van ‘no-hits’ geen meerwaarde heeft boven de bestaande bevoegdheden ten aanzien van het gebruik van ANPR. Hiermee meent het college dat de maatregel juist niet aan de subsidiariteitstoets voldoet. 15CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 5. Ook wat betreft de proportionaliteit is het CBP het niet eens met de minister. Volgens het college is te vaag omschreven voor welk doel de verzamelde gegevens gebruikt mogen worden. Dit, samen met de conclusie van het college dat er een ‘hooiberg van politiegegevens betreffende veelal niet-verdachte personen’ wordt gecreëerd, maakt dat het CBP oordeelt dat de voorgestelde maatregel ook niet proportioneel is. 16CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 8. Het wekt dus geen verbazing dat het CBP adviseert dat de minister afziet van het indienen van het wetsvoorstel. 17CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 1 & p. 8.

Conclusie

Door ANPR-gegevens vier weken te bewaren krijgt de politie een krachtig middel in handen om misdaad mee te bestrijden. De mogelijkheid om achteraf na te gaan waar een bepaald voertuig op welk tijdstip is geweest kan nuttig zijn bij bijvoorbeeld het opsporen van overvallers, benzinedieven of inbrekers. Aan de andere kant is het de vraag of een dergelijke beperking op de persoonlijke levenssfeer hiervoor een evenredig middel is. De mogelijkheid om onbespied door Nederland te kunnen reizen is een groot goed, en deze maatregel is een nieuwe druppel in de emmer die al aardig vol lijkt te raken met privacy-beperkende maatregelen. Omdat het hier zulke gevoelige gegevens betreft is het belangrijk dat er goede waarborgen zijn om misbruik te voorkomen. Dit lijkt op het eerste gezicht goed geregeld te zijn. Alleen daarvoor speciaal aangewezen opsporingsambtenaren hebben toegang tot de gegevens, en dan alleen via software die een automatische vergelijking doet tussen het gezochte kenteken en de gescande kentekens. Desalniettemin heeft het College Bescherming Persoonsgegevens bezwaren tegen het wetsvoorstel. Het college komt tot een tegenovergestelde conclusie dan het kabinet, wat betreft de evenredigheid van de maatregel. Wanneer het wetsvoorstel daadwerkelijk door beide Kamers wordt aangenomen zal uiteindelijk de rechter moeten beslissen of de steeds uitdijende datazucht van de overheid in deze vorm verenigbaar is met onze grondrechten. De vernietiging van de Richtlijn dataretentie door het HvJEU zal hierbij wellicht een blauwdruk zijn voor een strengere rechterlijke controle.

   [ + ]

1. Gritter, Automatische kentekenherkenning (ANPR) en opsporing, VR 2014/14, p. 1.
2. MvT, 33542, nr 3, p. 4.
3. MvT, 33542, nr 3, p. 5.
4. MvT, 33542, nr 3. p. 1.
5. Artikel 126jj lid 3 Sv (voorgesteld).
6, 7. MvT, 33542, nr. 3, p. 11.
8. Artikel 126jj lid 2 Sv (voorgesteld).
9. MvT, 33542, nr. 3, p. 17.
10, 11. MvT, 33543, nr. 3, p. 18.
12. HvjEU, C-293/12, 8 april 2014.
13. Kamerstuk 33542, nr. 13.
14. CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 1.
15. CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 5.
16. CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 8.
17. CBP, Advies Conceptvoorstel vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie, 28 februari 2011, p. 1 & p. 8.