Dinsdag 29 maart 2016

Software in het auteursrecht


In 1962 zag Space Wars als eerste computerspel ooit het daglicht. Dit was een belangrijke gebeurtenis in een periode die later bekend zou staan als de ‘Digitale Revolutie’. Nieuwe juridische vraagstukken waren het gevolg, want waar boeken en muziek duidelijk gedefinieerde begrippen zijn, ligt dat bij software gecompliceerder. Het ontwikkelen van software kost geld en tijd, en het is dan ook niet verwonderlijk dat juridische bescherming ervan wenselijk is. Software bestaat uit vele elementen, waaronder de broncode, de functionaliteit en de interface. In dit artikel wordt onderzocht of deze drie elementen in aanmerking kunnen komen voor auteursrechtelijke bescherming.

Software als begrip
Software is een verzamelterm voor alles dat valt onder computerprogrammatuur. 1http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=software&lang=nn#.Vj8rU7cvdhE. Naast bijvoorbeeld een internetbrowser ligt ook aan de werking van apps op smartphones, de aansturingsprogramma’s van printers en het mechanisme dat thuis de centrale verwarming aanstuurt, software ten grondslag. Juridisch gezien is het van belang dat software onder te verdelen is in verschillende elementen en dat elk van deze elementen apart dient te worden behandeld.

De drempel van het auteursrecht
Om in aanmerking te komen voor auteursrechtelijke bescherming dient er volgens de Auteurswet (Aw) allereerst sprake te zijn van een werk in de zin van art. 1 Aw. Dit zogenaamde werkbegrip is tweeledig en valt uiteen in de eis van oorspronkelijkheid en de eis van zintuiglijke waarneembaarheid, waarvan verdere uitwerking te vinden is in het Stokke/Fikszo-arrest. 2Hoge Raad 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1532. Het werkbegrip is een geharmoniseerd begrip in de Europese Unie en gelijkgesteld aan de eis van een ‘eigen intellectuele schepping’, de maatstaf die het Europese Hof van Justitie (HvJ) hanteert in het Infopaq I-arrest. 3Hof van Justitie EG 16 juli 2009, NJ 2011, 288. Aan het oorspronkelijkheidsvereiste is voldaan wanneer er sprake is van een ‘eigen oorspronkelijk karakter’ van het werk. Daarnaast moet het werk een ‘persoonlijk stempel’ van de maker dragen. Van belang zijn met name het maken van creatieve keuzes door de maker en het niet ontlenen van het werk aan dat van een ander.

Broncodes
De eerste stap van het ontwikkelen van software is het schrijven van de broncode. Hierbij wordt snel voldaan aan het eerder genoemde oorspronkelijkheidscriterium, omdat de broncode wordt gecreëerd op grond van de wensen van de programmeur en de beoogde werking van de software. De programmeur dient hiervoor creatieve keuzes te maken en deze keuzes om te zetten in een intellectueel werk.

In het verlengde van de Softwarerichtlijn heeft het HvJ verschillende arresten gewezen. Zo werd in 2010 bepaald dat (in ieder geval) broncodes vallen onder de ‘uitdrukkingswijze die de mogelijkheid biedt om een computerprogramma te reproduceren’. Dit wordt als vereiste gesteld om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen in art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn. 4Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816, r.o. 35. Met de broncode zijn immers exacte reproducties te maken van de software, hetgeen als criterium wordt genoemd. Dit uitdrukkingswijze-criterium volgt ook uit het later gewezen arrest SAS/WPL.5Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, r.o. 35. Broncodes kunnen dus in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming.

Functionaliteit
Met functionaliteit wordt de functie van de software bedoeld: het achterliggende doel van de software. Een voorbeeld is het aangepaste tempo van een pacemaker aan het gewenste hartritme.

Over de vraag of er sprake kan zijn van auteursrechtelijke bescherming op de functionaliteit heeft het HvJ zich óók uitgelaten in het SAS/WPL-arrest. Het antwoord luidt ontkennend. Juridisch is van belang dat de functionaliteit niet aan te merken is als uitdrukkingswijze van een programma in de zin van art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn. Met betrekking tot de functionaliteit is het nu eenmaal zo dat voor programma’s of applicaties bepaalde eigenschappen nodig zijn om te kunnen functioneren. Denk aan een systeem dat de gebruiker in staat stelt om tickets voor vliegreizen te reserveren. Een groot aantal functies zal noodzakelijk zijn om een reservering mogelijk te maken, zoals het doorzoeken van beschikbare vliegtickets en de bijbehorende prijzen. 6Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, concl. A-G Y. Bot r.o. 54. In die gevallen is auteursrechtelijke bescherming niet mogelijk. Ook merkt het HvJ op dat er oneindig veel mogelijkheden zijn om deze functionaliteiten te concretiseren en ontwerpen. 7Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, concl. A-G Y. Bot r.o. 55. Daarbij komt immers creativiteit en vindingrijkheid tot uiting, welke dan wél weer auteursrechtelijk beschermd kunnen worden.

Interface
Het voor de gebruiker zichtbare deel van software wordt de interface genoemd, met inbegrip van alle vensters, knoppen en menu’s. 8http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=interface&lang=nn#.VkByk7cvdhE. Net als bij de broncode worden er bij de ontwikkeling van de interface creatieve keuzes gemaakt door de ontwerper, zoals gekozen kleurencombinaties, de weergave van vensters en de indeling van informatie.

Al in 1983 kreeg het Gerechtshof Amsterdam te maken met een zaak over dit onderwerp. 9Gerechtshof Amsterdam 31 maart 1983, AMR 1983, p. 56. De interface van het computerspel Happelaar van Philips had volgens wederpartij Atari teveel weg van haar eigen versie: Pac-man. Er was geen sprake van een kopie van het computerspel, maar volgens het Gerechtshof waren in het spel Happelaar voldoende karakteristieke bestanddelen overgenomen van de interface van Pac-man, wat leidde tot inbreuk op het auteursrecht van Atari (Art. 10 lid 1 sub 10° Aw). In beginsel is auteursrechtelijke bescherming dus mogelijk.

De interface van een webshop was onderwerp van discussie in het Bezpečnostní-arrest. 10Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816. Het HvJ zette in dit arrest uiteen dat de interface geen uitdrukkingswijze van een computerprogramma vormt in de zin van art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn, zodat deze niet onder de bescherming van de richtlijn kan vallen. 11Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816, r.o. 42. Vervolgens kan worden gekeken of de interface in aanmerking komt voor bescherming van het gemeenschappelijk auteursrecht, waarvan de uitwerking te vinden is in de Auteursrechtrichtlijn. 12Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. Het Hof stelt dat via die weg auteursrechtelijke bescherming van de interface alsnog mogelijk is. Uit de praktijk blijkt in ieder geval dat er meerdere soorten interfaces bestaan en dat de beoordeling ervan afhangt van de omstandigheden van het geval. 

Conclusie
De digitalisering van onze maatschappij heeft veel juridische vragen opgeroepen. Zo ook de vraag in hoeverre software wordt beschermd op grond van het auteursrecht. De geschreven broncodes stuiten in beginsel niet op problemen als het gaat om auteursrechtelijke bescherming. Deze codes worden namelijk beschermd door de Softwarerichtlijn, zolang er wordt voldaan aan het oorspronkelijkheids- en waarneembaarheidsvereiste. De functionaliteit komt niet in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming, omdat het niet is aan te merken als uitdrukkingswijze van een programma in de zin van de Softwarerichtlijn. De interface van software kan in beginsel dan weer wel in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming; dit hangt af van de omstandigheden van het geval.

   [ + ]

1. http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=software&lang=nn#.Vj8rU7cvdhE.
2. Hoge Raad 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1532.
3. Hof van Justitie EG 16 juli 2009, NJ 2011, 288.
4. Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816, r.o. 35.
5. Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, r.o. 35.
6. Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, concl. A-G Y. Bot r.o. 54.
7. Hof van Justitie EU 2 mei 2012, ECLI:EU:C:2012:259, concl. A-G Y. Bot r.o. 55.
8. http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=interface&lang=nn#.VkByk7cvdhE.
9. Gerechtshof Amsterdam 31 maart 1983, AMR 1983, p. 56.
10. Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816.
11. Hof van Justitie EU 22 december 2010, ECLI:EU:C:2010:816, r.o. 42.
12. Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.